Groenbedekkers kunnen het leefseizoen voor nuttige insecten en bestuivers verlengen door eerder en later in het groeiseizoen een voedselbron aan te bieden. Gewassen zoals boekweit en phacelia leveren voedsel tot in de herfst wanneer de natuurlijke bronnen afnemen.
Groenbedekkers kunnen worden gebruikt bij de bescherming van de akkers tegen plaagorganismen, zoals bepaalde nematoden. Ook kunnen ze zorgen voor overwinteringsplaatsen voor nuttige organismen, zoals predatoren die zich voeden met plaagorganismen. Bij de keuze van de gebruikte groenbedekker is het belangrijk rekening te houden met plagen die op uw veld voorkomen of mogelijk schadelijk kunnen zijn in uw volgende teelt. Hier vindt u meer informatie over de keuze van de soorten.
Om het gebruik van insecticiden te verminderen, moeten we voorkomen dat de schadelijke insecten naar het veld komen of een manier vinden om de schadelijke insecten te bestrijden (in één of meer stadia van hun levenscyclus) wanneer ze op het veld zijn. Groenbedekkers kunnen in beide strategieën een rol spelen. Met een paar voorbeelden willen we de diversiteit aan mogelijkheden laten zien. Wellicht inspireert dit u voor uw eigen situatie!
Meer informatie:
Door het planten van groenbedekkers krijgt onkruid minder kans om zich tot een problematisch niveau te ontwikkelen.
Een interessant voorbeeld is het gebruik van boekweit, dat snel groeit, concurrerend en allelopathisch is, om grasonkruiden zoals kweek te verminderen. Het is een eenjarige plant die warm weer nodig heeft en doodgaat bij koude temperaturen (vanaf 3°C).
Ook meerjarige groenbedekkers kunnen voor dit doel worden gebruikt, maar houd er rekening mee dat ze in het voorjaar moeten worden vernietigd.
Meer informatie:
Door het gebruik van groenbedekkers wordt erosie tegengegaan door de bedekking van de bodem en dit zowel voor wind- als watererosie. Het is moeilijker voor de wind om de bodem te bereiken en bodemdeeltjes weg te blazen. Regen raakt eerst de groenbedekker, waardoor de snelheid van de regen wordt verminderd. Wanneer het water de bodem bereikt en wegstroomt, is de snelheid van de waterstroom lager, waardoor minder bodemdeeltjes kunnen wegstromen. Ook tijdens de afspoeling wordt de snelheid van het water verminderd en worden bodemdeeltjes tegengehouden door de stengels van de groenbedekkers.
Gewoonlijk worden groenbedekkers ingezaaid na de oogst van het hoofdgewas. Maar in het geval van (suiker)bieten is winderosie een probleem voor de zaailingen: ze zijn erg kwetsbaar en de zanddeeltjes in de wind kunnen de zaailingen doden. Gelijkzaai met een groenbedekker kan een oplossing bieden voor dit probleem. Snelgroeiende eenjarige gewassen zoals zomergerst of Alexandrijnse klaver worden tegelijk met de bieten in een voorbereid zaaibed gezaaid. Deze kunnen worden vernietigd wanneer de bieten in de groeifase zijn of wanneer ze het 5-bladstadium hebben bereikt. Je kunt het 'een levende mulch' noemen die de bodem tegen de wind beschermt. Meer informatie vindt u hier:
Een gewas bouwt zijn structuur op met de nutriënten die het van het veld opneemt. Voor een hoofdgewas wordt mest gebruikt om het gewas te voeden. Groenbedekkers gebruiken de restjes die na de oogst van het hoofdgewas in de bodem achterblijven. Hierdoor worden deze nutriënten (N, P, K, maar ook andere elementen) opgeslagen in de groenbedekker en kunnen ze niet uitspoelen. Wanneer de groenbedekker afsterft of wordt vernietigd en ondergewerkt, zijn de nutriënten weer beschikbaar in de bovenste lagen van de bodem voor het volgende gewas.
Traditioneel worden de groenbedekkers ingezaaid na de oogst van het hoofdgewas. Daartoe wordt eerst een zaaibed gemaakt. Tijdens dit bodembewerkingsproces komt het nitrificatieproces op gang. Bij laat geoogste gewassen, zoals maïs, kan dit nitrificatieproces leiden tot hoge nitraatgehaltes die niet worden vastgelegd, omdat de kieming van de groenbedekker in deze tijd van het jaar te traag verloopt, nitraat (nog) niet door de groenbedekker kan worden opgenomen en uitspoelt. Gelijk- of onderzaai (het zaaien van de groenbedekker samen met of in een vroeg stadium van de maïs) zou hier een oplossing voor kunnen bieden, mits dit op de juiste manier gebeurt.
Interessante links:
Afspoeling is de term voor nutriënten die door erosiewater worden meegevoerd. Aangezien groenbedekkers zowel wind- als watererosie voorkomen (zie boven), is het ook een nuttige techniek om afspoeling van nutriënten te voorkomen.
, Onderzaai van gras bij maïs (Afbeelding: Hooibeekhoeve)
Groenbedekkers kunnen een belangrijke rol spelen in de bodemkwaliteit.
Meer informatie kan je hier vinden: