Joachim Moens (HoGent) is op zoek naar nuttige insecten zoals het lieveheersbeestje en de zweefvlieg, die schadelijke insecten zoals het graanhaantje en bladluizen zullen bestrijden.
Boerennatuur Vlaanderen (België) heeft een praktische gids ontworpen over het nut van bloemstroken. Welke functies vervullen ze? Wat is de beste ligging? Hoe zaai je ze? Welke bloemen kunnen gebruikt worden? Elk hoofdstuk gaat dieper in op de technische aspecten van bloemenstroken.
Hoofdstuk 4 gaat over het herkennen van nuttige insecten. Hier vind je een lijst van nuttige insecten, informatie over wat ze eten en informatie over het herkennen van de verschillende stadia van de insecten.
Praktische gids: Bloemenranden in de strijd tegen plagen (Nederlands)
Er zijn meer dan 350 soorten wilde bijen in Europa. Daaronder bevinden zich zowel sociale soorten (bijv. hommels) als solitaire soorten (die hun eigen nakomelingen grootbrengen). Stuifmeel en nectar zijn van levensbelang voor deze insecten. Ze hebben een speciale structuur om stuifmeel te oogsten (borstels, bijenkorven, gevederde haren), waardoor ze uitstekende bestuivers zijn.
Meer informatie over hommels en solitaire bijen is te vinden op de website van het Beespoke project (Brochure over hommels (English, Nederlands) en het SAPOLL project (Nederlands en Frans) respectievelijk.
Zie de informatie in de paragraaf over natuurlijke vijanden en op de website van de SAPOLL project (Dutch and French).
Lepidoptera of vlinders zijn bekende bestuivers en populair bij het grote publiek. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vlinders (dagactief) en nachtvlinders (voornamelijk nachtactief). Wat Lepidoptera vooral onderscheidt van andere bestuivende insecten is hun tong. Deze is zeer lang en flexibel, en is uitermate geschikt om nectar uit bloemen te verzamelen.
Helaas zijn de larven van deze insecten vaak schadelijk voor verschillende van onze gewassen.
Door monitoring of inspectie van gewassen (en velden) kunnen landbouwers niet alleen informatie krijgen over de toestand van het gewas, maar kunnen zij ook een goede inschatting maken van:
Gewapend met deze informatie zullen de landbouwers de juiste strategie voor de bestrijding van plagen kunnen kiezen.
Technieken die kunnen worden gebruikt om deze beoordeling te maken zijn:
U kunt deze technieken ook terugvinden in deze praktische gids (Nederlands).
Deze techniek is nuttig voor het monitoren van bodemorganismen zoals insecten (loopkevers, kortschildkevers,...), spinnen, etc. De val bestaat uit een bak (diep genoeg) die in de grond wordt ingegraven. De bovenrand van de bak moet het oppervlak raken, zodat bodemorganismen in de val vallen. Door de steile wand van de bak zullen de gevangen organismen niet kunnen ontsnappen.
Feromoonvallen[1] zijn ontworpen om specifieke insecten te monitoren. Ze bestaan uit een feromoonlokaas dat is ingesloten in een deltaval of trechterval. Het feromoonlokaas zendt vrouwelijke sex-feromonen uit van het insect dat u wilt monitoren. Vliegende mannetjes worden door de val aangetrokken en komen vast te zitten op het kleverige oppervlak.
[1] Feromonen zijn chemische signalen die door insecten en andere geleedpotigen worden uitgezonden om met elkaar te communiceren. Er zijn verschillende soorten feromonen, elk met een specifieke functie. Zo worden alarmferomonen gebruikt om elkaar te waarschuwen bij gevaar, sexferomonen worden uitgezonden om het andere geslacht aan te trekken.
Veel gebruikte vallen voor het monitoren van vliegende insecten (bijen, parasitoïden, vliegen,...) zijn gekleurde vangbakken. Deze vallen moeten worden gevuld met water en een druppel detergent. Het vloeibare detergens wordt gebruikt om de oppervlaktespanning te verminderen zodat de gevangen insecten naar de bodem van de val zakken. De kleur en de grootte van de val kunnen worden gekozen. Gele vangbakken trekken echter de meeste insecten aan, omdat het reflectiepatroon van het UV-licht voor hen het aantrekkelijkst is.
Vangplaten of kleefvallen zijn vallen op basis van lijm en kunnen, afhankelijk van de kleur (geel of blauw), een verscheidenheid van vliegende insecten aantrekken. Gebruik blauwe vallen om trips aan te trekken. Gele vallen zijn aantrekkelijk voor de meeste vliegende insecten en worden vaak gebruikt voor volwassen bladluizen, mineervliegen, witte vliegen en varenrouwmuggen. Insecten worden aangetrokken door de kleur en komen vast te zitten op de lijm. De lijm is waterbestendig, niet giftig en kan lange tijd worden gebruikt. In combinatie met een feromoon lokaas kunnen specifieke insecten worden aangetrokken.
Een vangnet is een trechtervormig net (Ø= 30-50 cm) van een lichte stof of met lichte mazen (maaswijdte: ±300 μm) dat aan een frame met lange steel is bevestigd. Door het net over de bovenkant van het gewas of de vegetatie te vegen kunnen (vliegende) insecten worden gemonitord. De gevangen insecten kunnen direct in het net worden geteld of worden geleegd in een plastic fles of zak.
Deze methode kan worden gebruikt voor het monitoren van (grote) insecten die op het gewas gemakkelijk kunnen worden opgespoord en geïdentificeerd. Bij deze methode selecteert de waarnemer (=landbouwer) een plant (of meerdere planten) en onderzoekt de hele plant (blad per blad; boven- en onderkant, stengel, ...) op de aanwezigheid van het doelinsect. Een loep kan nuttig zijn om kleine insecten in het veld te vinden/identificeren.