In eerste instantie wordt bij akkerranden gedacht aan bloemenkanten die nuttigen (bestuivers, plaagbestrijders) aantrekken. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, moet de akkerrand niet per se aan de rand van de akker liggen. Aangezien het effect van een bloemenstrook gemiddeld zo'n 50 m tot 100 m kan zijn, kan een strook in het midden van het perceel een voordeel in beide richtingen bieden. Net zoals bij de houtkanten is ook hier een doordachte keuze van de gebruikte soorten noodzakelijk om te vermijden dat je geen schadelijke soorten aantrekt.
Een tweede belangrijke functie van akkerranden is de akkerrand als bufferstrook. Dit is een strook gelegen tussen de akker en een waterloop waarbij deze strook niet wordt bemest en er geen gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Doel van deze strook is om uitspoeling van nutriënten of gewasbeschermingsmiddelen naar de waterloop te voorkomen. Deze strook wordt wel ingezaaid en er kan dus ook hier een doordachte keuze van de soorten gebeuren, zodat deze een positieve invloed heeft op de rest van het veld.
Interessante links:
Rapport over de socale kosten-batenanalyse voor het gebruik van akkerranden (RIVM) (Engels)
Rapport over de bevordering van nuttige organismen voor plaagbestrijding en bestuiving in open teelten. (Nederlands)
Veldgids natuurlijke vijanden, ontwikkeling en kenmerken (HoGent en PC Sierteelt) (Nederlands en Engels)
Bloemenranden in de strijd tegen plagen (Nederlands)